Huiseigenaren gaan in 2016 weer meer betalen voor de onroerendezaakbelasting. De gemeente Laarbeek is voorlopig de sterkste stijger
Dat concludeert de Vereniging Eigen Huis (VEH) na een steekproef onder 107 gemeenten. De onroerendezaakbelasting (ozb), die elke huiseigenaar moet betalen, stijgt volgend jaar gemiddeld met 1,8 procent.
De gemeenten lijken zich hiermee volgens de VEH niet te houden aan de afspraken met het Rijk. Daarin was overeengekomen dat gemeenten de ozb met maximaal 1,57 procent mogen laten stijgen.
De vereniging heeft er regelmatig op aangedrongen om de zogeheten macronorm te vervangen door een dwingender afspraak. ,,De norm is niet meer dan een algemene richtlijn, die gemeenten geen enkele prikkel geeft tot matiging van hun ozb-inkomsten. Bovendien zijn er geen sancties mogelijk als een gemeente de macronorm overschrijdt, ook niet als die overschrijding zeer fors is”, aldus de VEH.
Onroerendezaakbelasting: stijgers en dalers
De steekproef van 107 gemeenten dekt een kwart van de 390 Nederlandse gemeenten. Sterkste stijger is voorlopig de gemeente Laarbeek, met een stjiging van 13 procent betaalt een gemiddelde huiseigenaar 30 euro meer. “Ook Weert (plus 12 procent) en Amersfoort (plus 11 procent) verhogen hun ozb volgend jaar flink met gemiddeld 27 en 30 euro”, aldus de VEH.
Maar er zijn ook gemeenten waar huiseigenaren volgend jaar minder betalen. In Gemert Bakel daalt de OZB met ruim 11 procent, wat gemiddeld neerkomt op een 50 euro lagere aanslag. "In deze gemeente zijn huiseigenaren tussen 2011 en 2014 maar liefst 129 procent meer ozb zijn gaan betalen", stelt de VEH.
In Bergen op Zoom daalt de ozb volgend jaar met 5 procent en dat levert huiseigenaren een gemiddeld 10 euro lagere aanslag op.
De onderlinge verschillen tussen gemeenten blijven groot: de gemeente Schiedam brengt huiseigenaren gemiddeld 180 euro in rekening en de gemeente Nijmegen met 475 euro, ofwel bijna drie keer zoveel.
Bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl